Hij was achttien jaar oud toen hij in dienst trad bij Senft Zonwering. Gisteren was dat veertig jaar geleden. Dergelijk lange dienstverbanden bij één werkgever zijn tegenwoordig zeldzaam. Reden voor Senft om de zon nu eens niet te weren, maar Jan Spies juist vol ín dat zonnetje te zetten.
Nicky Senft, dochter van eigenaar Jan, pakt nog wat cadeautjes in. Er is een broodtrommel te herkennen. Voorzien van een foto van Spies, vertelt Nicky. Ook staan twee ingelijste oorkondes op tafel. Eén van Senft zelf en een van de branchevereniging, waar het jubileum ook werd opgemerkt.
Jan Spies (58) werd geboren in Groningen. Maar zijn ouders verhuisden al snel. Eerst naar Rotterdam om daarna neer te strijken in Haarlem, waar hij opgroeide. „Mijn eerste baantje was bij de suikerfabriek in Halfweg, daar heb ik drie maanden gewerkt. Ik kon blijven, maar dan moest ik verhuizen naar Groningen. Dat wilde ik niet.” Hij las in een advertentie dat Senft op zoek was naar een medewerker, solliciteerde, kreeg de baan en bleef het oudste zonweringsbedrijven van Nederland sindsdien trouw.
Familiebedrijf
Het familiebedrijf aan de Nassaulaan in Haarlem werd gestart in 1878. „In 1979 nam ik de zaak over”, vertelt Jan Senft. In die tijd veranderde veel. „Zeker de laatste jaren is de techniek natuurlijk met sprongen vooruit gegaan. Alles is elektrisch nu.”
Hij heeft wel wat steekwoorden voor de man die hij het langst in dienst heeft: „Rechtvaardig, plichtsgetrouw, altijd op tijd en hart voor de zaak.” Ook alle omscholingen pakte hij altijd positief en zonder problemen op. „Klanten vragen soms echt specifiek om Jan”, weet Senft.
Maar een leuke anekdote schiet hem niet te binnen. „…Ja, we hebben wel eens vanaf een hoogwerker moeten werken…”
Ook Spies zelf moet na even nadenken constateren: „Natuurlijk heb ik leuke dingen meegemaakt, maar een anekdote schiet me nu niet zo snel te binnen.” Senft heeft nog even nagedacht en komt met: „We zijn wel met bootjes naar werkplekken gegaan. En we werken door heel Nederland, zelfs in het buitenland hebben we klussen gedaan. Maar verder…”
Trouw
Er zijn mensen die hun hele leven op zoek zijn naar van alles om dat vaak pas laat, of zelfs nooit, te vinden. Er zijn mensen die altijd een appel van de hoogste tak willen hebben omdat ze denken dat die beter smaakt. Jan Spies zit anders in elkaar. Veertig jaar geleden begon hij bij Senft en ook veertig jaar geleden leerde hij zijn huidige vrouw kennen. Beide bleef hij trouw. „We zijn nu 35 jaar getrouwd.” Dat huwelijk leverde vier kinderen én al wat kleinkinderen op.
Wat Jan na werktijd doet? „Dan gaan we eten en daarna kijken we wat televisie.” Hobby’s? „Ik ging altijd met de kinderen mee naar bijvoorbeeld voetbal. Mijn zoons voetbalden bij VVC, in Nieuw Vennep, waar ik tegenwoordig woon. Bij die vereniging ben ik ook grensrechter geweest en coach.” Ook gaat hij wel eens ’mee met de jongens als ze gaan vissen’.
Fit
Spies wil nog niet stoppen met zijn werk. „Mensen vragen me wel eens: hoe hou je dat vol? Zolang hetzelfde werk. Maar ik vind het leuk werk en heb nooit de behoefte gehad iets anders te doen. Ik heb het hier erg naar mijn zin en ben nog fit. Daarvoor hoef ik ook niet naar de sportschool, want dit werk ís een beetje hetzelfde als naar de sportschool gaan. Die zonweringen zijn gewoon erg zwaar tegenwoordig.”
In een andere ruimte van de zaak is een feestelijke ruimte ingericht. Er staat taart en er zijn veel spullen te zien met de cijfers veertig erop, zoals ballonnen. Spies’ familie is erbij. Ook zijn kinderen, die uiteraard allemaal zonwering hebben thuis. Vrouw Gonnie: „Jan is handig. En hij zet zich met ziel en zaligheid in voor zijn werk. Hij is in al die jaren maar één keer ziek geweest. En eenmaal brak hij zijn hand, op werk.” Zoon Jeffrey: „Pa is altijd met zijn werk bezig.” Dochter Virginia: „Mijn vader staat altijd voor iedereen klaar. Je hoeft maar te bellen en hij is al onderweg.” Op dat moment staat Jan Spies taart te snijden voor de gasten op zijn jubileumfeestje. En even later loopt hij met de door hem gesneden stukken rond en vraagt alle aanwezigen: „Jij een stukje taart?”